Zo nu en dan komt ze terug

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Tekst onder afbeelding

Zo nu en dan komt ze terug – PopUpGedachte dinsdag 7 november 2023

Het is nu een jaar of zeven á acht dat ik PopUpGedachtes schrijf. Ergens in 2015 of 2016 ben ik begonnen, zo’n 200 per jaar, nu meer dan 1500 stuks. En af en toe komt het lied van vanochtend voorbij. In al die jaren verliest het niet aan betekenis en meestal is het belangrijk. Toen het in 2018 voorbijkwam, noemde ik het in de PopUpGedachte 21e eeuwse psychologie, bedoeld als compliment een dichter ver voor het jaar nul die allang wist van je ‘innerlijke kind’ alleen dat niet als onderzoek en universitaire kennis presenteerde, maar in een gedicht woorden gaf. Er staat vanochtend dit:

“Ik ben stil geworden,
ik heb mijn ziel tot rust gebracht.
Als een kind op de arm van zijn moeder,
als een kind is mijn ziel in mij.”

En daar gaat aan vooraf:

“Heer, mijn hart, niet trots is
niet hoogmoedig mijn blik,
ik zoek niet wat te groot is
voor mij en te hoog gegrepen.”

Nou, voor ik dit kan zeggen, ben ik wel een aantal decennia verder hoor. Deze rust? Zou de schrijver oud zijn, zo vroeg ik me af in 2019. Dat moest haast wel, al ken ik ook heel veel ouderen met een heel onrustige ziel. Dus het zegt niets. Maar mijn ziel tot rust brengen. Als een kind een plek geven. Zorg dragen. Hoe moet dat eigenlijk? Dat zegt de dichter er niet bij, maar door dit beeld ga ik op zoek.

Het zijn de coaches en psychologen anno nu die aandacht vragen voor het kind in jezelf en dat je dat aandacht moet geven omdat het anders doodgaat of je gaat terroriseren. Dat als je het kind in jezelf emotioneel verwaarloosd dat het dan op de gekste momenten uit de slof schiet en je niet begrijpt waarom je zo fel of zo emotioneel kunt reageren op iets doodgewoons. Dat je het razend oneerlijk vindt als je vriendin opeens een gelukkige relatie heeft en jij niet. Dat je heel bang kunt worden van grote groepen. Al die dingen.

De psalmdichter wil zijn hoogmoed en zijn streven naar wat te hoog gegrepen is afleren. Hij wil zijn jagende innerlijk dat niets wil missen, rust bieden; het lijf dat het steeds op de heupen krijgt, want je wil niet achterblijven, hè? De innerlijke noodzaak om je  te bewijzen, want anders besta je misschien wel niet. Trots is in zichzelf is natuurlijk prachtig, maar als het een manier is om de onzekerheid te onderdrukken die onder de oppervlakte speelt, wordt het naar. Als trots een ongenaakbaarheid is, die de angst moet verhullen dat je er niet mag zijn, gaat er toch iets mis. Of als je hoog grijpt, omdat je bang bent anders niet mee te tellen en dan maar grote happen uit het leven neemt, in de angst iets te missen. Dan zijn we op weg naar burn-outs, dat houden we niet vol, dan branden we op.
Gelukkig, zou je bijna zeggen, al is het verschrikkelijk, zo’n burn-out. Maar ook gelukkig, omdat het een kans is om de ziel weer te vinden, tussen de brokstukken. En het op te pakken en te kalmeren, op de arm in slaap te wiegen en met bewogenheid te zien hoe het vermagerd is en bleekjes. En dat ze gevoed mag worden, in slaap gesust, warmgewreven en geliefd. Mijn ziel.

Ik ben dankbaar dat ik af en toe weer langs deze psalm kom in de cyclus va het jaar. En het dan weer kan lezen als een oproep aan mezelf. Ook als ik niet voel dat ik in de buurt ben van die innerlijke rust, toch het maar gewoon zeggen. En het verlangen weer aanwakkeren, want ook al voelt het ver, het is soms zomaar om de hoek, niet buiten je bereik.

Tot zover vandaag. Een hele goede dinsdag gewenst – en vrede, jawel, en alle goeds.

 
Vorige
Vorige

Waar zit mijn hart?

Volgende
Volgende

En dan toch weer danken