Alle tijd van de wereld
Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.
Tekst onder afbeelding
by Benjamin Wildflower
Alle tijd van de wereld
Zo leef ik niet, hè? Alsof er voor alles alle tijd is. Maar ik probeer het wel. En het is altijd makkelijker om het tegen anderen te zeggen dan tegen mezelf. Als je nog dit mee wilt maken, of dat uit wilt voeren, of zus of zo wilt doen en de tijd glipt door de handen. Ik hoor mezelf dan zeggen; we hebben de eeuwigheid. Of ‘alle tijd’. Dat komt omdat ik zó ben opgevoed met de gedachte aan ‘eeuwig leven’ – wat een soort eindeloos leven in zich bergt, leven na de dood enzo, dat komt af en toe naar boven. Ook al kan ik me er veel minder een voorstelling van maken dan toen – ook al klinkt het absurd. Toch is het de oude, rotsvaste hoop geweest waarmee gelovigen het leven aan konden, en de dood. Waarmee ze de machten uitdaagden, want die konden alleen hun lichaam afnemen en hun tijdelijke leven hier – maar ze waren rotsvast ervan overtuigd dat het leven dan gewoon doorging – in een soort geheiligde, lichte vorm. Wat superfrustrerend moet geweest zijn voor die arme beulen en dictators en wat voor machthebbers dan ook, want de macht om je het leven af te nemen en de angst die je daarmee inboezemt, is toch wel een beetje het wapen waar je het mee moet doen. En dan staan die zelfverzekerde – of eigenlijk een soort godverzekerde – individuen je wat meewarig aan te kijken. Je grootste wapen verkruimelt in je handen tot een lullige vliegenmepper.
Dat beeld, het laat me niet los. Niet omdat ik godzijdank te vrezen heb voor mijn leven op die manier. Wel omdat er een vergelijkbare harde knoet in mentale zin in ons leven aanwezig is, die zegt dat je toch alles uit dit leven moet halen. Dat gisteren voorbij is en nóóit meer terugkomt, net als je jeugd of de kans om kinderen te krijgen of de relatie waar de vonken vanaf spatten of wat je dan ook graag wilt. Nú of nooit. En een klein beetje druk kan een mens helpen om van de bank te komen, om te focussen; de jonge jaren van mijn kids gaan voorbij en dan is het wel zinnig als ik erbij ben, tijd neem, liefde en zorg draag. En ook daarbij helpt het concept ‘eeuwigheid’ me een beetje. Niet in de zin van gewone eindeloosheid, maar iets uit de tijd. Waarom helpt het? Omdat de keuzes tussen het één en het ander soms zo moeilijk zijn – ik wil het zo graag allemaal en doe hard mijn best om zowel de actie, de rust, de zorg, het meemaken, de vriendschap, de vaderrol en alles in mijn week te proppen. Het leven een soort gulzig tot me nemen – maar we weten allemaal dat je soms zomaar buikpijn krijgt. En dat vasten heel gezond kan zijn. En vertragen. Maar daarvoor helpt een verhaal, een geloof zo je wilt, hoe ongrijpbaar ook. Vandaag zegt Jezus tegen een stroming van de religieuze leiders in zijn dagen die geloven dat dood-dood is en er geen voortbestaan of opstanding is:
“En wat de verrijzenis der doden betreft, hebt ge in het boek van Mozes niet gelezen, waar het gaat over de braamstruik, hoe God tot hem zei: Ik ben de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob? Hij is geen God van doden maar van levenden.'
Wat ik een mooie uitspraak vind. De Eeuwige die zich introduceert, zegt: Ik ben de God van Abraham, Isaak, Jakob. Je weet wel, die ondertussen vergane lichamen in hun graf. Of wacht, nee, die zijn er nog. Ze hebben hun aardse vorm afgelegd, maar ze leven nog. God is niet een god van doden. Het leven is te kostbaar en te mystiek om te stoppen zonder hartslag.
Misschien vind je het luchtfietserij en dat heb ik ook. Maar het effect, de zin, de betekenis maakt soms iets ondenkbaars toch een beetje geloofwaardig. Als de zware knots van de tijd gereduceerd kan worden tot vliegenmepper, en ik net zo zelfstandig de zware druk die zij wil uitoefenen tegemoet kan treden als die vroege gelovigen hun beul. Dan is er een hoop gewonnen. Is het een gok? Ach, het is ook een gok om alles er nu uit te willen halen. We hebben met elkaar al aardig alles uit de grond proberen te halen, of dat nu in brandstof was of in intensieve landbouw, en zie waar het ons brengt. Doe maar rustig, alle tijd. Hoop ik eigenlijk.
Tot zover even de overwegingen van vanochtend, om door je hoofd en hart te laten dwalen als er een haakje in zit voor jou vandaag. Anders; toch tof dat je luistert, de dag is begonnen, de zon schijnt hier – en ik hoop ook bij jou. Vrede gewenst, en alle goeds.